Van alle gewasbeschermingsmiddelen is glyfosaat het meest omstreden. En dat terwijl dit middel volgens wetenschappers en boeren veilig te gebruiken is om te zorgen voor gezond en genoeg voedsel. Waar komt dat negatieve sentiment vandaan en wat klopt er van die beweringen? Akkerbouwer Joris Baecke geeft heldere tekst en uitleg.
Glyfosaat is een herbicide, een chemisch middel tegen onkruid. Het is ook bekend onder de merknaam van een reeks producten waarin glyfosaat is verwerkt: Roundup. Als glyfosaat in aanraking komt met niet-resistente planten blokkeert het de vorming van bepaalde enzymen, waardoor de planten doodgaan. Vrijwel alle planten zijn gevoelig voor deze werking van glyfosaat, met uitzondering van sommige genetisch gemodificeerde gewassen, die met name in Zuid-Amerika en Noord-Amerika worden verbouwd.
Glyfosaat mag in Nederland alleen worden gebruikt door boeren en telers in het bezit van en spuitlicentie op landbouwgrond én door consumenten in de eigen tuin, maar dan alleen op niet-verharde ondergronden en als je de voorschriften volgt op de verpakking. Je mag het dus niet spuiten op tegels. Andere professionals zoals hoveniers en mensen die werken voor waterschappen mogen helemaal geen middelen met glyfosaat gebruiken. Er geldt een uitzondering voor ProRail, dat glyfosaat mag gebruiken om het spoor onkruidvrij te krijgen.
Het gebruik van glyfosaat is gebonden aan strenge regels in heel Europa. Voor elk gewas gelden weer iets andere regels voor de maximale hoeveelheid per hectare en per teeltcyclus. Gericht om ervoor te zorgen dat het middel spaarzaam wordt ingezet. Dat komt omdat het ontzettend effectief is. Andere onkruidbestrijders werken vaak alleen voor bepaalde soorten onkruiden. Volgens akkerbouwer Joris Baecke is glyfosaat in dat opzicht echt anders. “Glyfosaat doodt vrijwel alle planten, waarmee het in eerste instantie in aanraking komt.”
Dat laatste is belangrijk om te onthouden, zegt Baecke. “Als glyfosaat namelijk niet op een plant terechtkomt, maar op de grond, valt de werkzame stof uit elkaar en is het vrijwel meteen niet meer effectief.”
Maar toch: glyfosaat kan vrijwel alle planten doden en dat maakt het middel omstreden. Want als het zo effectief is in het bestrijden van planten, dan moet het toch ook schadelijk zijn voor mensen en dieren? Die gedachte is logisch en dat is ook de reden dat er al vele jaren kritisch wordt gekeken naar het middel. Zowel vanuit de wetenschap als vanuit de maatschappij en de politiek.
Volgens de wetenschap is glyfosaat veilig toe te passen. Het is effectief en veilig voor mens en dier. Binnen de wetenschap en binnen internationale instanties die er over gaan, wordt nog wel continu gediscussieerd over de veiligheid van glyfosaat. Zo kwam er in 2017 een verbod op middelen waarin glyfosaat werd gecombineerd met de toevoegingsstof POE-tallowine. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) geeft een goed overzicht over de huidige stand van zaken in de discussie over de veiligheid van glyfosaat.
De discussie over de veiligheid draait op dit moment vooral rond onderzoeken die in Zuid-Amerika en Noord-Amerika zijn gedaan. De situatie daar is niet te vergelijken met Nederland, zegt Joris Baecke. “Daar wordt ten eerste veel vaker en veel meer glyfosaat ingezet dan hier in Nederland. Daar worden percelen elk jaar helemaal bespoten met wel zes liter per hectare. En dan ook nog met spuitinstallaties die een nevel veroorzaken, waardoor de werkzame stof kan verwaaien.”
“Wij in Nederland gebruiken glyfosaat maar eens in de paar jaar op hetzelfde perceel en dan nooit meer dan drie liter per hectare. Bovendien gebruiken we hier door strengere regelgeving veel betere spuitmachines, die nevelvorming voorkomen. Daardoor belandt glyfosaat alleen op de onkruiden die we willen bestrijden.”
Vrijwel elk voorjaar laait de discussie rond glyfosaat weer op door ‘de gele velden’. Volgens Baecke is dat is het moment dat overal in Nederland stukken grasland klaar wordt gemaakt voor het verbouwen van een nieuw gewas. “Het is belangrijk dat je dat gras dan inzet als groenbemester, als organische stof waar het nieuwe gewas voeding uit kan halen. Daarom moet je het land omploegen, zodat het gras wordt ondergewerkt. Om ervoor te zorgen dat dit gras later niet alsnog het nieuwe gewas in de weg gaat zitten, gebruiken veel boeren glyfosaat om het gras te doden. Als je te lang wacht met omploegen, dan kleurt die weide binnen twee weken geel.”
Als akkerbouwer weet Joris Baecke dat een geel veld geen schade aanbrengt aan het bodemleven. “Let maar eens op hoeveel vogels er achter de ploeg aanvliegen om alle levende wormen en andere insecten op te eten.”
Tegelijkertijd vindt ook hij een geel veld een naar gezicht. “Na de winter wordt alles net weer groen, je hoort de vogeltjes fluiten en dan zie je zo’n geel veld, vol met dood gras. Dat ziet er niet mooi uit. Begrijpelijk dat mensen daar moeite mee hebben. Bovendien is het onnodig. Als je het gras eerder omploegt, dan ga je van groen gras, naar het opkomen van een nieuw gewas op hetzelfde stuk grond binnen een paar weken.”
Volgens Baecke zijn er wel alternatieven voor glyfosaat. “En die heb ik allemaal ook wel eens geprobeerd. Al mijn collega’s trouwens ook. Bijvoorbeeld door onkruiden weg branden, weg te steken of onder te ploegen. Maar daar kreeg ik later altijd spijt van. Onkruiden winnen het dan namelijk bijna altijd van de gewassen die we verbouwen. Het zijn overlevers, geëvolueerd om onder moeilijke omstandigheden razendsnel te groeien en zich te vermeerderen. Onze gewassen niet. Die telen we gericht om iets eetbaars op te leveren. En onkruiden ontnemen voeding, water en licht van de planten die we willen telen. Daarom hebben we middelen zoals glyfosaat nodig, die heel effectief zijn én veilig.”
Boeren en telers gebruiken wel steeds minder gewasbeschermingsmiddelen. Tussen 2016 en 2020 nam het gebruik af met 11 procent. “We zien het als een noodzakelijk kwaad. Als telers werken we samen met de natuur om gewassen te telen. We willen dat natuurlijke proces zo min mogelijk verstoren. Vandaar ook dat we glyfosaat liever heel gericht inzetten, dan met machines het land op te gaan. In dat laatste geval verstoren we het bodemleven meer. Bovendien kosten al die middelen ook geld. Dus als we met minder spuiten hetzelfde effect bereiken, dan doen we dat.”
De Europese agentschappen EFSA (voedselveiligheid) en ECHA (chemische stoffen) hebben op basis van wetenschappelijke onderzoeken geconcludeerd dat glyfosaat veilig is toe te passen. Het is volgens deze organisaties effectief en veilig voor mens en dier. Binnen de wetenschap en binnen internationale instanties die er over gaan, wordt nog wel continu gediscussieerd over de veiligheid van glyfosaat. Zo kwam er in 2017 een verbod op middelen waarin glyfosaat werd gecombineerd met de toevoegingsstof POE-tallowine.
Wetenschappers pleiten voor meer onderzoek naar de effecten van dit soort combinaties van glyfosaat en andere middelen. En daarnaast ook voor meer onderzoek naar het mogelijke verband tussen glyfosaat en hersenziekten, zoals de ziekte van Parkinson. Op dit moment is daar geen sluitend bewijs voor.
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) geeft een goed overzicht over de huidige stand van zaken in de discussie over de veiligheid van glyfosaat.