De konijnenhouderij in Nederland is een relatief kleine sector en doet veel in collectief verband. Familie- en gezinsbedrijven houden zogenaamde voedsters, oftewel moederdieren. Deze vrouwtjes krijgen zo’n acht á negen keer per jaar jonkies: de vleeskonijnen. De vleeskonijnen gaan op een leeftijd van elf weken naar de slachterij. Het vlees is hoofdzakelijk bestemd voor de Belgische markt. In Nederland wordt in toenemende mate konijnenvlees gegeten, maar consumenten kiezen dan helaas toch vaak voor goedkoper geïmporteerd vlees.
Nederlandse konijnenhouders onderscheiden zich van hun internationale collega’s als het gaat om dierenwelzijn. Sinds 2006 bestaan er welzijnsregels voor het houden van konijnen. De sector investeert in nieuwe huisvestingssystemen zoals parkhuisvesting, waar konijnen in grotere groepen gehouden worden met ruwvoer, stro en speeltjes. Daarnaast investeren konijnenhouders in duurzame energiemaatregelen, zoals warmteopslag, zonnepanelen en LED-verlichting. Konijnenmest benut men voor groene stroomopwekking.
In 2000 zijn we begonnen met de konijnenhouderij. Daarvoor hadden we koeien en varkens.
Bij ons kunnen de voedsters (moederdieren) iedere zes weken lampreien (jonge konijnen) krijgen. Als ze geboren worden maakt de voedster een nestje in houtkrullen aangevuld met eigen haren. Als de jongen geboren zijn maken we de nestje allemaal schoon en leggen we overal ongeveer evenveel jongen van dezelfde grootte bij. Dit gebeurt om de overlevingskans zo groot mogelijk te maken. Daarna wordt het nestje elke vijf dagen verschoond. Als ze drie weken oud zijn gaat het nestkastje uit het hok, de jongen zijn dan groot genoeg om bij de moeder te zitten.
Wanneer de jonkies oud genoeg zijn, dat is op vijf weken en twee dagen, worden ze verplaatst naar een groter hok zonder de voedster. Dit is een zogenaamd parkhok, een hok dat aan hogere eisen voldoet als de Nederlandse wet op dit moment eist. Hier hebben ze onder andere meer ruimte per konijn, grotere hokken en kunststof bodems. Als ze tussen de 10,5 en 11 weken zijn worden ze verkocht aan de slachterij.