Boer en maatschappij

Boeren en archeologen: wroeten in de bodem

Bij de opening van de expositie ‘Zonder Boer geen Voer’ in gemeentehuis van de gemeente Halderberge (september 2016) sprak Ton Duffhues (ZLTO) over verschillen en overeenkomsten tussen boeren en archeologen.

Wroeten in de bodem, doen beiden, wel met heel andere doelen.

De archeoloog zoekt naar de sporen van bebouwing en van agrarische bedrijvigheid in het verleden; de boer onderzoekt de bodem op kenmerken en kwaliteiten met het oog op een duurzame voedselvoorziening.

Lees het volledige verhaal van Ton Duffhues:

Twee passies houden me veel bezig: boerenwerk en voedsel. Boerenwerk – het werken met bodem, planten en dieren – zie ik als een belangrijke inspiratiebron voor onze stedelijke samenleving en voor duurzame ontwikkeling. Met de kreet ‘Ik eet dus ik ben’ geef ik aan dat voedsel voor iedereen van grote betekenis is, voor elke samenleving, vroeger, nu en in de toekomst. Vanuit een antropologisch perspectief van ‘menselijke waarden’ probeer ik te kijken naar landbouw, voedsel en natuur. De geschiedenis is daarbij een onuitputtelijke bron van kennis en ervaring die ons elke dag opnieuw van pas komt. In deze tentoonstelling “Zonder Boer geen Voer” komen deze fascinaties – boerenwerk, voedsel en geschiedenis – mooi bij elkaar. We hebben als ZLTO dan ook geen moment geaarzeld om ons aandeel te leveren aan de organisatie van deze expositie.

Drie bespiegelingen heb ik voor u in petto. De eerste gaat over de gelijkenis tussen boeren en archeologen. De tweede over regionale identiteit in relatie tot landbouw en voedsel. De derde over ‘voedsel verbindt’. Ik rond af met een pleidooi om deze expositie te benutten als een aanknopingspunt voor ontmoeting en dialoog.

Boeren en archeologen
Als ze al gezamenlijk in het nieuws komen, dan gaat het bijna altijd over de kwestie of er wel of niet archeologisch onderzoek gedaan mag worden op een perceel land. Toch durf ik de stelling aan dat de boer en de archeoloog wel degelijk veel gemeenschappelijks hebben. Ze verdienen immers beiden hun brood met de bodem. Die bodem is de basis voor de voedselproductie. Zonder bodem geen planten, geen vruchten, geen bomen, geen gras. Het Griekse woord voor boer – Georgos – staat voor scheppen, cultiveren, hoeden. De Romeinse filosoof Varro schreef ruim tweeduizend jaar geleden dat agricultura (landbouw) niet zo maar een kunst is maar zelfs een nobele kunst. Want de boer weet welke gewassen het best passen bij een gezonde bodem en welke handelingen hij moet verrichten om het land de beste gewassen te laten voortbrengen. En de archeoloog? Hij of zij werkt ook met de bodem, op zoek naar bodemschatten en sporen van opeenvolgende menselijke beschavingen. De archeoloog schraapt de bodem af om terug in de tijd te kunnen kijken om zo de levenswijze te kunnen reconstrueren van de mensen op die bepaalde plek in die specifieke tijd.

Uiteraard kijken boeren anders tegen de bodem / de grond aan dan archeologen. De boer wil van alles weten over afslibbing, waterdoorlaatbaarheid, organisch gehalte. Hij laat grondmonsters onderzoeken om te bepalen hoe hij de bodem vruchtbaarder kan maken en welke producten het best passen. Hij onderzoekt samen met andere boeren (Veldleeuwerik) het bodemprofiel om kennis op te bouwen en te benutten om de kwaliteit van de bodem duurzaam te versterken. “Saving our soils is saving our food”, zegt Vandana Shiva. De archeoloog kijkt anders naar dat profiel. Hij zoekt naar resten van menselijke beschaving of naar sporen van oorspronkelijke vegetatie. Zowel boer als archeoloog gebruiken moderne technieken en hoogwaardige kennis over het bodemleven en de samenstelling van de bodem. Waar de archeoloog de diepte ingaat en meer lagen in de bodem afpelt, daar heeft de boer nog wel eens de neiging om te denken dat de bodem alleen maar oppervlakte en geen diepte heeft.

Regionale identiteit
Fysieke omstandigheden zijn in hoge mate bepalend voor het type landbouw dat kenmerkend is voor een regio. Hoe fijnmaziger je naar een gebied kijkt, des te nauwkeuriger kun je een verband leggen tussen bodem, vegetatie, agrarische productie, vestigingspatronen en zelfs mentaliteit. We zijn vandaag in Oudenbosch, gemeente Halderberge. De expositie ‘Zonder Boer geen Voer’ heeft betrekking op West Brabant als geheel. Voor een buitenstaander zal het niet zoveel uitmaken of het over Oudenbosch, Bergen op Zoom, Zundert of Drimmelen gaat, voor de inwoners van het gebied des te meer en zeker voor de kenners van de historie van het gebied. Zij weten dat de regio West Brabant zeer divers is vanuit het perspectief van de bodem. De regio omvat een strook jonge zeeklei vanaf Halsteren oostwaarts richting Zevenbergen. Een gebied van polders ontstaan in de late middeleeuwen dat voor driekwart benut werd voor met name akkerbouw op relatief grote bedrijven met klassieke producten als graan, aardappelen, suikerbieten en vlas. Vervolgens een strook vanaf Zevenbergen oostwaarts richting Langstraat. Hier domineerde de veehouderij en het gemengde bedrijf met een mix van bouwland en grasland. Dan is er de Brabantse Biesbosch die qua bodem en bouwplan veel gelijkenis vertoont met het westelijk kleigebied. Opmerkelijk is dat op de klei en in de Biesbosch veel grondeigenaren van buiten dit gebied kwamen, vaak kooplui en patriciërs uit Hollandse steden als Dordrecht. Tenslotte kent West Brabant nog een strook zandgrond vanaf Halsteren zuidwaarts en hooggelegen, vanaf Wouw, oostwaarts richting Oosterhout. Hier was sprake van een redelijk evenwicht tussen bouwland en weiland met een goede reputatie voor de melkveehouderij. Dit uitgestrekte gebied kent enkele bijzondere enclaves: Oudenbosch en Zundert met boomteelt, Bergen op Zoom met asperges, tuinbouw rond Breda. Opvallend is de locatie van de verwerkende industrie (fruit, suikerbieten, vlas): vaak in het grensgebied van zand en klei en dichtbij zoet water.

Deze regionale verschillen in West-Brabant corresponderen met verschillende landbouwsystemen en bedrijfstypen die ook vandaag de dag nog herkenbaar zijn. Die regionale identiteit uit zich in boerderijtypes, productvariatie, arbeid, handel en verwerking en sociale systemen (familie, dorp, buurt). De vraag is of dit vandaag nog zo is? Heeft de weg van schaalvergroting, specialisatie en globalisering die regionale factoren gelijkgeschakeld of geneutraliseerd? Is daarmee alles rond voedselproductie en boerenwerk uitwisselbaar en daarmee ook streek-neutraal en zelfs anoniem geworden? Of heeft de continuïteit van veel agrarische familiebedrijven juist die veranderingen getemperd en bijgesteld? Feit is dat overal in West Brabant – net als in rest van Nederland – de behoefte aan een herkenbare en kwalitatief hoogwaardige voedselproductie hoog is. Regionaal product doet het goed bij een langzaam groeiende groep consumenten. Maar laten we die regionale identiteit niet overdrijven. Want waar kwamen producten als tarwe, mais, aardappelen en vele andere vandaan? Regionaal is nu zoveel als ‘het komt hier uit de streek, van die en die boerderij’!
Voedsel verbindt
‘Zonder boer geen voer’. Met minder woorden kun je niet zeggen dat geen enkele samenleving zonder boeren kan. Oké, iets minder plat mag het wel. In plaats van ‘voer’ verkies ik ‘voedsel’. Naast het brutalere ‘Zonder boer geen voer’ zet ik graag de universele waarheid en waarde: ‘iedereen eet elke dag’. Al dat eten dat we ons lichaam toevertrouwen komt ergens vandaan. Er is sprake van een hausse van boeken over voedsel en eten, populaire kookprogramma’s en groeiende aandacht voor de relatie tussen voedsel en gezondheid. Iedereen wordt wel op een of andere manier geraakt. Voeg hierbij de belangstelling voor regionale producten en voor nieuwe trends als super foods, slow food, personal food en je kunt zeggen dat er geen beter moment is om met deze expositie te komen.

Wat de expositie vooral ook wil laten zien is dat voedsel nooit vanzelfsprekend is en dat er door de tijd heen grote sociale en technologische veranderingen (transities) nodig zijn geweest om genoeg voedsel voor iedereen te produceren. Het zet ons daarmee ook aan het denken over ons eigen voedselgedrag. Over voedsel kunnen we ingewikkelde, afstandelijke gesprekken voeren. Feiten, meningen, mythes en ervaringen. Iedereen gaat voor zijn gelijk en weet hiervoor via Google of facebook wel bevestiging te vinden. Volgens mij is het veel belangrijker om in gesprek te gaan over de waarden van voedsel en met elkaar te reflecteren op je eigen voedsel- en eetpatroon. Dat kan heel simpel, bij je thuis aan tafel of in kantine op school of werk. Neem je bord eten als uitgangspunt en stel vragen over herkomst, transport en logistiek, ingrediënten, bewerkingen, gezondheidsclaims, arbeid, prijs, productiewijze, afval, versheid etc. Stel vooral ook de vraag waarom het bij jou op je bord ligt en wat dit impliciet betekent over de waarden die jij belangrijk vindt? Welke waarde laat jijzelf prevaleren als het over jouw koop- en eetgedrag ten aanzien van voedsel gaat?

Eten is een sociaal en cultureel gebeuren waar allerlei gewoonten, gebruiken en rituelen mee verbonden zijn. Ik wil dat geheel graag benoemen als ‘erffood’, het onderdeel van ons ‘erfgoed’ dat een appél doet op onze kennis en bewustzijn rond de productie en consumptie van voedsel.

Afronding
In andere delen van deze provincie heeft ‘Zonder boer geen voer’ een bijzondere reputatie opgebouwd. Het is daar een kapstok geweest om het gesprek over voedsel vanuit een regionaal historisch perspectief te voeren en te verbinden met actuele vraagstukken en dilemma’s rond de productie en consumptie van voedsel. Er zijn debatten gevoerd met politici en maatschappelijke organisaties, excursies georganiseerd voor schoolkinderen, lezingen gehouden door archeologen en historici uit de streek en boeren hebben het verhaal over hun werk op de boerderij verteld aan burgers. Stichting Echo en de archeologen hebben ook nu in West Brabant opnieuw een bodem gelegd waarop gezaaid kan worden. Veel gemeenten zijn bezig met voedselagenda’s, het barst van de burger- en ondernemersinitiatieven op het gebied van voedsel, eten, streek en groen; oude (vergeten) producten krijgen weer aandacht (huttentut, vlas, emmer, dederzaad, hennep, spelt, meekrap). De dialoog boer – burger loopt volop en werpt aan beide kanten vruchten af. ‘Boeren hebben een oplossing’ durven we als ZLTO nu hardop te zeggen. Boeren zien meer dan ooit kansen en mogelijkheden om bij te dragen aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken, of het nu gaat over voedsel, natuur, energie, zorg of landschap. De archeologen laten met hun werk zien dat boeren zich door de tijd heen voortdurend hebben aangepast aan nieuwe fysieke en maatschappelijke omstandigheden. Dit tekent de veerkracht van de boer en het boerenwerk.

Graan is een constante factor in de historie van de landbouw in West Brabant. Graan, in allerlei soorten van eekhoorn tot emmer, tarwe, rogge, gerst en spelt. Die rode draad door de agrarische geschiedenis wordt gesymboliseerd door dit brood, gebakken met granen uit de regio. Als afsluiting mag ik u dit heerlijke brood uit deze prachtige regio aanbieden!

Auteur: Ton Duffhues

verras me met nog meer

Inspiratie

Voor op tafel

Eitjes van de Brabantse boer: 8x automaten in de buurt

Lees verder
Voor de familie

3 x Lammetjesdagen 2024 - op kraambezoek in de stal

Lees verder
Voor op tafel
broccoli radijs bloemkool salade bijgerecht

Lekker bijgerecht: Broccoli-radijs salade

Lees verder